
Vaccineren of niet vaccineren; dat is de vraag
Het afgelopen jaar worstelden veel mensen met de vraag: vaccineren of niet vaccineren? Met de verschillende coronavaccins die één voor één beschikbaar komen, krijgen we allemaal een oproep om deze te laten zetten. Hiermee komt een discussie op gang die stiekem al jaren fluisterend gevoerd wordt.
Vaccineren is, heel basaal verwoord, het toedienen van een ziekteverwekker opdat het lichaam antistoffen aanmaakt. Aangezien het niet de bedoeling is dat de patiënt ziek wordt van de vaccinaties gaat het om dode of verzwakte virussen of bacteriën, of slechts een deel ervan. Dit bepaalt vervolgens welke andere stoffen, hulpstoffen, er aan de entstof worden toegevoegd.
Bij dieren wordt hetzelfde principe gebruikt en vaccinaties worden gemiddeld vaker ingezet bij uw huisdier dan bij uzelf. Zo worden katten als kitten meestal tweemaal gevaccineerd en vervolgens eenmaal per jaar voor de rest van het leven. Dat betekent dat de gemiddelde kat in Nederland 15 keer gevaccineerd wordt in zijn leven. Een hond wordt als pup meestal driemaal gevaccineerd en vervolgens ook eenmaal per jaar. Wat uitkomt op 10 tot 18 vaccinaties in het leven van een hond. En dan hebben we de “extra” vaccinaties, zoals Rabiës, kennelhoest en Bordetella, nog niet meegeteld.
Is het nodig zo vaak te vaccineren?
Als pasgeborene krijgt het dier van zijn moeder bescherming mee in de vorm van antilichamen. Deze beschermen het dier de eerste weken van zijn of haar leven. Echter wisselt het per moeder, per nest en per foetus hoelang deze bescherming duurt. Daarom wordt bij pups al vroeg gestart met het vaccineren, om te voorkomen dat zij onbeschermd rondlopen in deze enge wereld. Daarnaast is het bij sommige vaccinaties nodig te “boosteren”. Dat betekent dat de vaccinaties herhaald moeten worden om deze goed te laten werken, één prik is niet voldoende. De bescherming die vervolgens op moet treden varieert ook. Waardoor sommige entingen jaarlijks en anderen bijvoorbeeld elke 3 of 5 jaar gegeven moeten worden.
Kan een vaccinatie kwaad?
Is de entstof gevaarlijk? Kan een dier of mens er ziek van worden en zelfs doodgaan? Een volmondig nee kan hier niet op gegeven worden. Er wordt nu eenmaal een lichaamsvreemde stof ingespoten in het lichaam. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de patiënt hier iets anders van krijgt dan bescherming, maar honderd procent garantie kan nooit gegeven worden. Maar is er iets in dit leven want helemaal geen risico’s met zich meebrengt?
Wat nu als we niet enten?
Een ander begrip dat dit jaar vaak te horen was is groepsimmuniteit. Als een deel van de populatie beschermd of immuun is voor een ziekte, dan kan de verwekker zich niet meer goed verspreiden en sterft deze uit. Dus als een klein deel van de populatie niet gevaccineerd is, dan zal dit geen tot weinig effect hebben. Maar als de hoeveelheid ongevaccineerden te groot wordt, krijgt de ziektekiem weer vrij spel. En zo kan het zelfs zijn dat ziektes die al jaren uit ons land weg zijn weer terugkomen, bijvoorbeeld mazelen.
Is er een alternatief?
Al jaren wordt er gebruik gemaakt van antilichaam-titers. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid antilichamen, tegen een bepaalde ziekteverwekker, in het bloed. Voorheen was dit een test die ver van ons bed in een groot laboratorium werd uitgevoerd. De laatste jaren is het “titeren” echter in opmars en worden de testen steeds makkelijker en sneller, en komen daardoor voor het brede publiek beschikbaar. Is titeren dan DE oplossing? Is het volledig betrouwbaar? Hoeven we nooit meer te vaccineren? Ook daarop kan geen volmondig ja gezegd worden. Niets is honderd procent betrouwbaar.
Wat wel een oplossing is?
Een combinatie van vaccineren, titeren en vooral na blijven denken. Elke situatie is anders: een andere omgeving, een andere afkomst, een ander individu. Alles moet meegewogen worden in het besluit om een vaccinatie te zetten of niet. In één zin: vaccineren op maat.
- Meer lezen over titeren: Vaccineren of titeren: wat zegt de expert?