Vaccineren of titeren: wat zegt de expert?

Vaccineren of titeren: wat zegt de expert?

Niemand wil dat zijn of haar huisdier ziek wordt. Toch wordt maar ongeveer 55 procent van de honden, 25 procent van de katten en 16 procent van de konijnen in Nederland volgens de richtlijnen ingeënt. Deze zogenaamde vaccinatiegraad (is ver beneden peil om de grote groep huisdieren in ons land te beschermen tegen vervelende infectieziekten die een dodelijke afloop kunnen hebben.

Universitair hoofddocent Herman Egberink van de faculteit Diergeneeskunde vindt dan ook dat de vaccinatiegraad omhoog moet. “We gaan ervan uit dat de meeste jonge dieren de basisvaccinaties wel krijgen, maar als ze ouder worden neemt de bereidheid af.”

Is dat erg? “Dat ligt genuanceerd”, is het vriendelijke antwoord. “Voor degene die zijn dier regelmatig laat inenten is het niet zo erg, want zijn dier is goed beschermd. Maar naarmate de ongevaccineerde, gevoelige populatie groter is, bestaat er een groter risico op uitbraken als de infectiedruk hoger wordt.” Het hangt van de ziekte af of dit een groot probleem is. Dat heeft vooral te maken met de gevolgen van de ziekte en de mate waarin het besmettelijk is.

Hoe zit het dan met titeren?

Naast het inenten van dieren, kunnen dierenartsen ook een dier titeren. Dan wordt door het testen van een druppel bloed gekeken of er genoeg antistoffen in het bloed aanwezig zijn, of dat er weer opnieuw ingeënt moet worden. Er wordt dan alleen gevaccineerd als de zogenaamde titer te laag is. Dierenartsen staan over het algemeen positief tegenover titeren, maar er moet daarbij wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan.

Volgens Egberink is deze methode alleen nog niet helemaal waterdicht: “Met name bij pups en kittens is niet goed bekend bij welke titer vaccinatie mogelijk is en zul je bij deze jonge dieren ook meerdere keren bloed moeten afnemen.” Hij is dus van mening dat zeker voor de basisvaccinaties (de vaccinaties bij jonge dieren tegen de meest voorkomende dierziektes) het toepassen van een erkend vaccinatieschema nog steeds het meest verstandig is. En er zijn ziekten waarvoor je sowieso jaarlijks moet vaccineren, omdat de bescherming snel afneemt. Bij honden is dat bijvoorbeeld de ziekte van Weil (leptospirose), bij katten niesziekte met name indien er een hoog infectierisico bestaat en bij konijnen myxomatose en VHD. Daarnaast is het ook niet helemaal bekend hoe lang een voldoende hoge titer bescherming biedt.

Titeren is dus niet altijd het beste voor jouw huisdier. Maar als jouw huisdier op jonge leeftijd de basisvaccinaties heeft gehad, kan titeren een optie zijn.

De beste bescherming voor jouw dier

Wil jij weten wat je het beste kan doen om jouw dier te beschermen? En of je moet kiezen voor vaccineren of titeren? Neem dan contact op met jouw dierenarts en overleg over de mogelijkheden. Niet alleen om te zorgen dat jouw dier niet ziek wordt, maar ook om te zorgen dat jouw dier niet andere dieren of mensen ziek maakt.

En wil je meer weten over hoe dierenartsen denken over titeren? Lees dan hier de consensus over titeren, opgesteld voor en door dierenartsen.

Wie is Herman Egberink?

Herman Egberink is universitair hoofddocent bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Nadat hij als dierenarts afstudeerde in Utrecht in 1983, is hij begonnen bij destijds het departement virologie aan de faculteit Diergeneeskunde. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar verschillende virusinfecties en vaccinontwikkeling met name bij gezelschapsdieren.

 

Op zoek naar een dierenarts?

Vind direct een dierenarts bij jou in de buurt.