Advertentie
  • Marjolijn Fijten
  • redacteur
  • 20 november 2017 - 15:53

15 jaar diergezondheidsmonitoring in Nederland

In Nederland leven we met veel mensen en dieren op een klein oppervlakte. Het is daardoor belangrijk om de gezondheid van dieren in de veehouderij nauwkeurig in de gaten te houden. De overheid, de veehouderijsector en de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) hebben daarom in 2002 samen een systeem opgezet voor diergezondheidsmonitoring. Dit systeem werkt in de rundvee-, schapen-, geiten-, varkens- en pluimveehouderij. Deze systematiek is aanvullend op de meldingsplicht die geldt voor sommige dierziekten op basis van de Wet Dieren.

Waarom wordt de diergezondheid gemonitord?

Diergezondheidsmonitoring is belangrijk voor de diergezondheid, dierenwelzijn, het beschermen van volksgezondheid en de exportpositie van Nederland. De overheid en de veehouderijsector hebben hierin gedeelde belangen en ze zijn samen opdrachtgever voor de uitvoering van de monitoring.

De monitoringsdoelstellingen zijn:

  • Opsporen van uitbraken van bekende aandoeningen of ziekteverwekkers die voor zover bekend niet in Nederland voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de uitbraak van blauwtong in 2006;
  • Opsporen van nog onbekende aandoeningen. Een voorbeeld hiervan is de uitbraak van het schmallenbergvirus in 2011;
  • Zicht houden op trends en ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is de invloed van het type huisvestingssystemen op de gezondheid van pluimvee.

De laagdrempelige en vrijwillige wijze waarop informatie wordt gedeeld, is de kracht van het monitoringssysteem. Deze aspecten maken dat de monitoring een breed vangnet biedt voor het zo vroeg mogelijk opvangen van signalen van veehouders, dierenartsen, verwerkende industrie, onderzoeksinstituten en instanties uit de volksgezondheid.

GD onderzoekt, bundelt en analyseert de signalen en deelt de uitkomsten met onder andere de overheid en de veehouderijsector. De samenwerking tussen deze partijen en het vervolg daarop is van grote waarde voor korte lijnen en kennisdeling. Hierdoor kunnen snel besluitvorming en vervolgacties tot stand komen, wanneer dat nodig is.

Hoe werkt de diergezondheidsmonitoring?

Voor het verzamelen van informatie en signalen uit het veld gebruikt GD verschillende, elkaar aanvullende, monitoringsinstrumenten. GD krijgt informatie via reactieve instrumenten: die zijn gericht op het breed opvangen van zoveel mogelijk signalen uit het veld. Veehouders en dierenartsen nemen het initiatief om deze informatie te delen. Met proactieve instrumenten haalt de GD informatie. De proactieve instrumenten richten zich vooral op trends in de diergezondheid die belangrijk zijn. Het initiatief om deze informatie te verzamelen ligt dus bij GD.

Regelmatig bespreken de Veekijkerdierenartsen samen met andere experts alle signalen en uitkomsten uit de verschillende monitoringsinstrumenten. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van informatie uit binnen- en buitenland zoals wetenschappelijke tijdschriften en het Signaleringsoverleg Zoönosen.

Periodiek schrijft GD voor elke sector (runderen, schapen en geiten, varkens en pluimvee) een rapportage met de conclusies en eventueel aanbevelingen voor vervolgacties.

Wat gebeurt er met de uitkomsten?

De uitkomsten van de monitoring deelt GD met regelmaat met direct en niet-direct betrokkenen. Als er mogelijk (acuut) risico voor dier en/of mens is, neemt GD direct telefonisch of via mail contact op met de overheid, veehouderijsector, humane gezondheidszorg en (indien nodig) omringende landen. De overheid en sectorpartijen besluiten of vervolgacties voor de veehouderij nodig zijn, zoals extra onderzoek, communicatie of aanpassingen van beleid.

Met de informatie van GD kunnen veehouders en dierenartsen sneller maatregelen nemen en dat geeft een meerwaarde aan de betrokken partijen. Daarom werken zij vrijwillig mee aan de diergezondheidsmonitoring.

Wil je meer weten? Bekijk de video hieronder, bekijk een infographic of ga naar www.diergezondheidsmonitoring.nl.

Monitoring Diergezondheid in Nederland