Strengere regels voor het fokken met huisdieren
Een gezond dier dat lekker in zijn vel zit, wie wil het niet? Toch komt het voor dat dieren gezondheidsproblemen krijgen door het fokken op bepaalde uiterlijke kenmerken. Zoals benauwdheid en uitpuilende ogen bij de mopshond. Of beweeg- en huidproblemen bij de Bambino Sphynx, de ‘designkat’ met korte pootjes zonder vacht. Om die ellende te voorkomen zijn er wetten en regels voor het fokken met huisdieren. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) gaat strenger controleren of eigenaren, fokkers en dierenartsen de regels voor het fokken met dieren goed naleven. Zie ook dit nieuwsbericht. Zorg dus dat je de regels kent en naleeft! Dit voorkomt dat je in overtreding en dus strafbaar bent. Ook helpt dit om de juiste verwachtingen van je dierenarts te hebben.
Waar moet je als eigenaar en fokker op letten?
In de regels over fokken met risico op bepaalde (schadelijke) kenmerken of erfelijke ziekten staat:
Een houder moet ervoor zorgen dat het welzijn en de gezondheid van het ouderdier en de nakomelingen niet aangetast worden. En voorkomen dat:
- een ouderdier ernstige gedragsafwijkingen, erfelijke afwijkingen of ziekten doorgeeft aan de nakomelingen, of dat die bij de nakomelingen kunnen ontstaan
- het ouderdier schadelijke, uiterlijke kenmerken aan de nakomelingen doorgeeft
- voortplanting op onnatuurlijke wijze plaatsvindt
- het aantal nesten of nakomelingen de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen benadeelt
Als eigenaar en fokker help je om het welzijn en de gezondheid van dieren veilig te stellen door je aan deze regels te houden. Ook dierenartsen stellen het welzijn en de gezondheid van dieren voorop. Dus vraag je dierenarts niet om handelingen te verrichten die in strijd zijn met bovenstaande regels. En heb er begrip voor wanneer je dierenarts een handeling niet wil uitvoeren. Bij twijfel over wat wel en niet mag, kun je contact opnemen met de NVWA via info@nvwa.nl.