Ontwormen kat en hond

Honden en katten zijn gevoelig voor wormen. Bij katten en honden is de meest voorkomende worm de spoelworm en de lintworm.

De symptomen

Bij katten merk je niet snel dat het dier wormen heeft. Indien je kat gewicht verliest, braakt, last heeft van diarree of irritatie bij de anus, dan kan dit wijzen naar een zware besmetting.

Bij een hond kun je een lintworm op een andere manier ontdekken. De hond heeft vooral last van jeuk. Zie je het dier ‘sleetje rijden’, dus met zijn achterste over de grond schuiven dan is de kans heel groot dat je hond last heeft van een lintworm.

Wanneer moet je dier ontwormd worden?

Katten: Bijna alle kittens zijn besmet en daarom is het belangrijk om ze op jonge leeftijd al te ontwormen. Het advies is om je kitten bij een leeftijd van 3 weken, elke 2 weken te ontwormen met een middel dat de spoelworm bestrijd. Dit kun je het beste doen totdat het kitten 9 weken oud is. Daarna wordt er geadviseerd om gedurende het eerste levensjaar te ontwormen als de kat 3, 4, 5 en 6 maanden oud is en daarna elke 3 maanden gedurende de rest van zijn leven.

De lintworm komt voornamelijk bij oudere katten voor. Het advies luidt om een volwassen kat elke 2 tot 6 maanden te ontwormen met een middel dat werkzaam is tegen de spoel- én lintworm.

Honden: Je kunt een hond het best preventief ontwormen om te voorkomen dat het dier last krijgt van spoelwormen. Bij pups begint dit als het dier 2 weken oud is, vervolgens als het dier 4,6,8 weken is en daarna bij 3,4,5 en 6 maanden. Daarna wordt er geadviseerd om 4 keer per jaar te ontwormen. Vraag je dierenarts om een geschikt middel voor uw hond.