Advertentie
  • Bart de Leeuw
  • Dierenarts, Manager
  • 3 maart 2017 - 15:10

Dierenartsen buiten de praktijk

De kennis van een dierenarts is op veel meer plekken nuttig dan de meeste mensen denken. Zeg ‘dierenarts’ en iedereen denkt aan een dierenarts in een praktijk. Toch zijn er veel meer werkvelden waar een dierenarts actief kan zijn.

De dierenarts:

  • helpt de voedselveiligheid bewaken
  • helpt mee met het ontwikkelen van nieuwe medicijnen
  • helpt bij het maken van beleid
  • geeft les op de Hogere Agrarische School en op andere instellingen
    et cetera.

Hoe word je een dierenarts buiten de praktijk?

Een dierenarts buiten de praktijk heeft na de studie Diergeneeskunde meestal enkele jaren gewerkt als practicus, maar dat is niet noodzakelijk. Er zijn dierenartsen vanuit alle richtingen – landbouwhuisdieren, gezelschapsdieren, paarden – werkzaam buiten de praktijk.

Sinds 2001 is het ook mogelijk om het laatste jaar van de studie Diergeneeskunde te kiezen voor de richting “veterinaire volksgezondheid” of “bestuur en beleid”. Ook vanuit die richtingen stromen dierenartsen door naar banen buiten de praktijk.

Wat doet zo’n dierenarts?

Dierenartsen die kiezen voor een carrière buiten de praktijk werken op uiteenlopende plekken en hebben zeer diverse functies. Hier vind je in het kort informatie over de mogelijkheden.

Beleid en advies

Veterinair beleidsmedewerker, beleidsadviseur … Deze functies vind je bij ministeries, NVWA, brancheorganisaties, CVB’s etc. Het werk omvat relatief veel vergaderen, contact onderhouden met belanghebbende partijen en adviezen voor beleid opstellen.

Gedegen kennis van de inhoud van een dossiers is belangrijk, maar ook de sociale vaardigheden. Van belang is dat de dierenarts de complexe materie in een begrijpelijk stuk kunt vertalen waar bewindspersonen mee aan de slag kunnen.

Er is geen specifieke aanvullende opleiding voor, maar een goede politieke interesse en een gevoelige antenne zijn onmisbaar. Het beleidsterrein waarop je actief bent en de thema’s moeten je aanspreken. Bovendien is het belangrijk dat je een relevant netwerk opbouwt en onderhoudt.

Dierenarts-consultants vallen hier ook onder als zij werken als adviseur of trainer aan strategische, technische of ontwikkelingsprogramma’ss in binnen- en/of buitenland voor het bedrijfsleven, NGo’s en internationale donoren.

Inspecteursfuncties

Uitvoerende functies zijn met name inspecteursfuncties bij bijvoorbeeld NVWA en dierwelzijnsorganisaties. Je bent dan veel op pad om te checken of de geldende wet- en regelgeving op het gebied van dierwelzijn en voedselveiligheid wordt nageleefd.

Nauwgezetheid en overweg kunnen met discussies zijn belangrijke eigenschappen. Ook technisch consultants die als dierenarts over de grens werken, of als trainer worden ingehuurd, vallen in deze categorie.

Managementfuncties

Dierenartsen zijn te vinden in het management van zeer uiteenlopende bedrijven, NGO’s en bij ontwikkelingsorganisaties. Denk aan farmaceutische industrie, onderzoeksinstellingen, laboratoria, voedingsindustrie, buitenlandse dierhouderijen, brancheorganisaties et cetera.

Zo’n dierenarts heeft veelal een business opleiding gevolgd zoals MBA, en/of een marketingopleiding zoals NIMA. Belangrijke thema’s zijn beleid, strategie, kennis van de markt en People management. Je moet leidinggeven leuk vinden.

Commerciële functies

In de farmaceutische, agro- en voedingsindustrie werken dierenartsen op functies waarin het vertalen van vakinhoudelijke kennis naar commerciële activiteiten belangrijk is. In dit soort functies is de dierenarts veel op pad, moet hij targets halen, en netwerken.

Het is een breed werkveld, en iedere baan heeft zijn eigen wereld. Lastig dus om er verder veel details te geven over algemene dagelijkse bezigheden.

Onderzoek & Ontwikkeling

Hier kun je denken aan functies als wetenschappelijk medewerker, onderzoeker en meer specifiek bijvoorbeeld patholoog … Het zijn dierenartsen die bijvoorbeeld nieuwe inzichten ontwikkelen over de ontstaanswijze van ziektes, of die behandelmethoden ontdekken en medicijnen verder ontwikkelen. Ze werken op universiteiten, bij bedrijven – in de industrie – en bij (semi)overheidsinstellingen zoals het RIVM, het CVI en dergelijke.

Vaak ga je op een relatief beperkt gebied sterk de diepte in. Wetenschappelijke literatuur en op congressen gedeelde informatie moet je nauwgezet volgen. Geduld en sterke wetenschappelijke belangstelling zijn nodig.