De kwetsbaarheid van jonge dieren
Het is voorjaar dus gonst het in de tuin, de struiken, het weiland, de bossen en de hei van het jonge dierenleven. Het is niet voor elk jong dier weggelegd om volwassen te worden. Niet elk pul vliegt uit als volwassen vogel, niet elke lamprei een volwassen konijn, niet elke Bambi wordt uiteindelijk een ree.
Er is een fase in het leven van een dierenjong waarin de mens eigenlijk het grootste gevaar, de grootste vijand is. De fase tussen nest en ‘uitvliegen’. Dan zijn ze kwetsbaar, ogenschijnlijk alleen en soms zomaar op te pakken.
Niet doen dus is dan het adagium. Jonge dieren zijn dan net even bezig hun spieren of mogelijkheden aan het testen. Hun ouders zijn, meestal voor ons onzichtbaar, aanwezig op de achtergrond om juist niet op te vallen en als het jonge dier wordt meegenomen dan is het opeens en ongewild wees. En soms gewoon voer voor de kat of de vos of de ooievaar. Dat is het lot van jong dierenleven. Dat is de natuur. Maar meenemen is dat vaak niet. Gewoon met rust laten is (bijna altijd) beter.
Meer weten? Kijk dan op de website van de dierenbescherming.