Impulsaankoop van huisdieren neemt af

Mensen kopen minder snel ondoordacht een huisdier. Dat is de positieve teneur uit het jaarlijkse onderzoek (cijfers 2018, onderzoek onder 7500 huishoudens) van de dierenhandel (Dibevo) en diervoedingsorganisaties (NVG). De Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) constateert met instemming dat men steeds beter afweegt en betere voorlichting krijgt of de zorg voor een dier en de samenstelling van en werksituatie in een huishouden het houden van een dier rechtvaardigt. 49 procent van de huishoudens in Nederland hebben een huisdier. Dat percentage is iets lager dan een jaar eerder.

Het is volgens de KNMvD belangrijk dat deze overwegingen aan de grondslag liggen voor de aankoop van een dier. Het welzijn en de gezondheid van een hond of kat, vis of konijn, reptiel of vogel moet voor gaan op de impulsbehoefte om ‘zomaar’ een dier aan te schaffen.

In Nederland zijn 1,5 miljoen honden en 2,6 miljoen katten, deze aantallen zijn vergelijkbaar met eerdere jaren. De honden worden gemiddeld iets ouder, de gemiddelde leeftijd van katten blijft gelijk. Voor het welzijn van deze dieren en alle (huis)dieren is het belangrijk regelmatig voor de nodige entingen of controles bij een dierenarts langs te gaan. Informatie over welke zorg kan je vinden op dierenarts.nl of bij je dierenarts.